De of het cactussen?
Het cactussen
Is het de of het cactussen
In de Nederlandse taal gebruiken wij het cactussen.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: cacti
Deutsch: Kakteen | Bekijk of het der of die Kakteen is.
Français: cactus | Bekijk of het Le o La cactus is.
Jou of jouw: jouw cactussen
Buigings-e:
Mooi of mooie cactussen
Groot of grote cactussen
Half of halve cactussen
Grappig of grappige cactussen
Leeg of lege cactussen
leuk of leuke cactussen
Vet of vette cactussen
Snel of snelle cactussen
Wit of witte cactussen
Klein of kleine cactussen
Rood of rode cactussen
Dik of dikke cactussen
Oud of oude cactussen
Goed of goede cactussen
Wat rijmt er op cactussen
Elk of elke: Elk cactussen
Aanwijzend voornaamwoord: Dat cactussen
Bezittelijk voornaamwoord: Ons cactussen
Wat rijmt er op cactussen
Buigings-e:
Mooi of mooie cactussen
Groot of grote cactussen
Half of halve cactussen
Grappig of grappige cactussen
Leeg of lege cactussen
leuk of leuke cactussen
Vet of vette cactussen
Snel of snelle cactussen
Wit of witte cactussen
Klein of kleine cactussen
Rood of rode cactussen
Dik of dikke cactussen
Oud of oude cactussen
Goed of goede cactussen
Wat rijmt er op cactussen
Elk of elke: Elk cactussen
Aanwijzend voornaamwoord: Dat cactussen
Bezittelijk voornaamwoord: Ons cactussen
Wat rijmt er op cactussen
Oefening van de dag



