De of het compliceren?
Het compliceren
Is het de of het compliceren
In de Nederlandse taal gebruiken wij het compliceren.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: complicate
Deutsch: komplizieren | Bekijk of het der of die komplizieren is.
Français: compliquer | Bekijk of het Le o La compliquer is.
Jou of jouw: jouw compliceren
Buigings-e:
Mooi of mooie compliceren
Groot of grote compliceren
Half of halve compliceren
Grappig of grappige compliceren
Leeg of lege compliceren
leuk of leuke compliceren
Vet of vette compliceren
Snel of snelle compliceren
Wit of witte compliceren
Klein of kleine compliceren
Rood of rode compliceren
Dik of dikke compliceren
Oud of oude compliceren
Goed of goede compliceren
Wat rijmt er op compliceren
Elk of elke: Elk compliceren
Aanwijzend voornaamwoord: Dat compliceren
Bezittelijk voornaamwoord: Ons compliceren
Wat rijmt er op compliceren
Buigings-e:
Mooi of mooie compliceren
Groot of grote compliceren
Half of halve compliceren
Grappig of grappige compliceren
Leeg of lege compliceren
leuk of leuke compliceren
Vet of vette compliceren
Snel of snelle compliceren
Wit of witte compliceren
Klein of kleine compliceren
Rood of rode compliceren
Dik of dikke compliceren
Oud of oude compliceren
Goed of goede compliceren
Wat rijmt er op compliceren
Elk of elke: Elk compliceren
Aanwijzend voornaamwoord: Dat compliceren
Bezittelijk voornaamwoord: Ons compliceren
Wat rijmt er op compliceren
Oefening van de dag



