De of het confisqueren?
Het confisqueren
Is het de of het confisqueren
In de Nederlandse taal gebruiken wij het confisqueren.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: confiscate
Deutsch: konfiszieren | Bekijk of het der of die konfiszieren is.
Français: confisquer | Bekijk of het Le o La confisquer is.
Jou of jouw: jouw confisqueren
Buigings-e:
Mooi of mooie confisqueren
Groot of grote confisqueren
Half of halve confisqueren
Grappig of grappige confisqueren
Leeg of lege confisqueren
leuk of leuke confisqueren
Vet of vette confisqueren
Snel of snelle confisqueren
Wit of witte confisqueren
Klein of kleine confisqueren
Rood of rode confisqueren
Dik of dikke confisqueren
Oud of oude confisqueren
Goed of goede confisqueren
Wat rijmt er op confisqueren
Elk of elke: Elk confisqueren
Aanwijzend voornaamwoord: Dat confisqueren
Bezittelijk voornaamwoord: Ons confisqueren
Wat rijmt er op confisqueren
Buigings-e:
Mooi of mooie confisqueren
Groot of grote confisqueren
Half of halve confisqueren
Grappig of grappige confisqueren
Leeg of lege confisqueren
leuk of leuke confisqueren
Vet of vette confisqueren
Snel of snelle confisqueren
Wit of witte confisqueren
Klein of kleine confisqueren
Rood of rode confisqueren
Dik of dikke confisqueren
Oud of oude confisqueren
Goed of goede confisqueren
Wat rijmt er op confisqueren
Elk of elke: Elk confisqueren
Aanwijzend voornaamwoord: Dat confisqueren
Bezittelijk voornaamwoord: Ons confisqueren
Wat rijmt er op confisqueren
Oefening van de dag



