De of het crisisbelasting?
De crisisbelasting
Is het de of het crisisbelasting
In de Nederlandse taal gebruiken wij de crisisbelasting.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: crisis tax
Deutsch: Krisensteuer | Bekijk of het der of die Krisensteuer is.
Français: impôt de crise | Bekijk of het Le o La impôt de crise is.
Jou of jouw: jouw crisisbelasting
Buigings-e:
Mooi of mooie crisisbelasting
Groot of grote crisisbelasting
Half of halve crisisbelasting
Grappig of grappige crisisbelasting
Leeg of lege crisisbelasting
leuk of leuke crisisbelasting
Vet of vette crisisbelasting
Snel of snelle crisisbelasting
Wit of witte crisisbelasting
Klein of kleine crisisbelasting
Rood of rode crisisbelasting
Dik of dikke crisisbelasting
Oud of oude crisisbelasting
Goed of goede crisisbelasting
Wat rijmt er op crisisbelasting
Elk of elke: Elke crisisbelasting
Aanwijzend voornaamwoord: Die crisisbelasting
Bezittelijk voornaamwoord: Onze crisisbelasting
Wat rijmt er op crisisbelasting
Buigings-e:
Mooi of mooie crisisbelasting
Groot of grote crisisbelasting
Half of halve crisisbelasting
Grappig of grappige crisisbelasting
Leeg of lege crisisbelasting
leuk of leuke crisisbelasting
Vet of vette crisisbelasting
Snel of snelle crisisbelasting
Wit of witte crisisbelasting
Klein of kleine crisisbelasting
Rood of rode crisisbelasting
Dik of dikke crisisbelasting
Oud of oude crisisbelasting
Goed of goede crisisbelasting
Wat rijmt er op crisisbelasting
Elk of elke: Elke crisisbelasting
Aanwijzend voornaamwoord: Die crisisbelasting
Bezittelijk voornaamwoord: Onze crisisbelasting
Wat rijmt er op crisisbelasting
Oefening van de dag



