De of het densiteit?
De densiteit
Is het de of het densiteit
In de Nederlandse taal gebruiken wij de densiteit.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: density
Deutsch: Dichte | Bekijk of het der of die Dichte is.
Français: densité | Bekijk of het Le o La densité is.
Jou of jouw: jouw densiteit
Buigings-e:
Mooi of mooie densiteit
Groot of grote densiteit
Half of halve densiteit
Grappig of grappige densiteit
Leeg of lege densiteit
leuk of leuke densiteit
Vet of vette densiteit
Snel of snelle densiteit
Wit of witte densiteit
Klein of kleine densiteit
Rood of rode densiteit
Dik of dikke densiteit
Oud of oude densiteit
Goed of goede densiteit
Wat rijmt er op densiteit
Elk of elke: Elke densiteit
Aanwijzend voornaamwoord: Die densiteit
Bezittelijk voornaamwoord: Onze densiteit
Wat rijmt er op densiteit
condensiteit - lichaamsdensiteit - bouwdensiteit -
Buigings-e:
Mooi of mooie densiteit
Groot of grote densiteit
Half of halve densiteit
Grappig of grappige densiteit
Leeg of lege densiteit
leuk of leuke densiteit
Vet of vette densiteit
Snel of snelle densiteit
Wit of witte densiteit
Klein of kleine densiteit
Rood of rode densiteit
Dik of dikke densiteit
Oud of oude densiteit
Goed of goede densiteit
Wat rijmt er op densiteit
Elk of elke: Elke densiteit
Aanwijzend voornaamwoord: Die densiteit
Bezittelijk voornaamwoord: Onze densiteit
Wat rijmt er op densiteit
condensiteit - lichaamsdensiteit - bouwdensiteit -
Oefening van de dag



