De of het desensibiliseren?
Het desensibiliseren
Is het de of het desensibiliseren
In de Nederlandse taal gebruiken wij het desensibiliseren.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: desensitize
Deutsch: desensibilisieren | Bekijk of het der of die desensibilisieren is.
Français: désensibiliser | Bekijk of het Le o La désensibiliser is.
Jou of jouw: jouw desensibiliseren
Buigings-e:
Mooi of mooie desensibiliseren
Groot of grote desensibiliseren
Half of halve desensibiliseren
Grappig of grappige desensibiliseren
Leeg of lege desensibiliseren
leuk of leuke desensibiliseren
Vet of vette desensibiliseren
Snel of snelle desensibiliseren
Wit of witte desensibiliseren
Klein of kleine desensibiliseren
Rood of rode desensibiliseren
Dik of dikke desensibiliseren
Oud of oude desensibiliseren
Goed of goede desensibiliseren
Wat rijmt er op desensibiliseren
Elk of elke: Elk desensibiliseren
Aanwijzend voornaamwoord: Dat desensibiliseren
Bezittelijk voornaamwoord: Ons desensibiliseren
Wat rijmt er op desensibiliseren
Buigings-e:
Mooi of mooie desensibiliseren
Groot of grote desensibiliseren
Half of halve desensibiliseren
Grappig of grappige desensibiliseren
Leeg of lege desensibiliseren
leuk of leuke desensibiliseren
Vet of vette desensibiliseren
Snel of snelle desensibiliseren
Wit of witte desensibiliseren
Klein of kleine desensibiliseren
Rood of rode desensibiliseren
Dik of dikke desensibiliseren
Oud of oude desensibiliseren
Goed of goede desensibiliseren
Wat rijmt er op desensibiliseren
Elk of elke: Elk desensibiliseren
Aanwijzend voornaamwoord: Dat desensibiliseren
Bezittelijk voornaamwoord: Ons desensibiliseren
Wat rijmt er op desensibiliseren
Oefening van de dag



