De of het dicteren?
Het dicteren
Is het de of het dicteren
In de Nederlandse taal gebruiken wij het dicteren.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: dictate
Deutsch: diktieren | Bekijk of het der of die diktieren is.
Français: dicter | Bekijk of het Le o La dicter is.
Jou of jouw: jouw dicteren
Buigings-e:
Mooi of mooie dicteren
Groot of grote dicteren
Half of halve dicteren
Grappig of grappige dicteren
Leeg of lege dicteren
leuk of leuke dicteren
Vet of vette dicteren
Snel of snelle dicteren
Wit of witte dicteren
Klein of kleine dicteren
Rood of rode dicteren
Dik of dikke dicteren
Oud of oude dicteren
Goed of goede dicteren
Wat rijmt er op dicteren
Elk of elke: Elk dicteren
Aanwijzend voornaamwoord: Dat dicteren
Bezittelijk voornaamwoord: Ons dicteren
Wat rijmt er op dicteren
Buigings-e:
Mooi of mooie dicteren
Groot of grote dicteren
Half of halve dicteren
Grappig of grappige dicteren
Leeg of lege dicteren
leuk of leuke dicteren
Vet of vette dicteren
Snel of snelle dicteren
Wit of witte dicteren
Klein of kleine dicteren
Rood of rode dicteren
Dik of dikke dicteren
Oud of oude dicteren
Goed of goede dicteren
Wat rijmt er op dicteren
Elk of elke: Elk dicteren
Aanwijzend voornaamwoord: Dat dicteren
Bezittelijk voornaamwoord: Ons dicteren
Wat rijmt er op dicteren
Oefening van de dag



