De of het disgenoot?
De disgenoot
Is het de of het disgenoot
In de Nederlandse taal gebruiken wij de disgenoot.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: messmate
Deutsch: Tischgenosse | Bekijk of het der of die Tischgenosse is.
Français: commensal | Bekijk of het Le o La commensal is.
Jou of jouw: jouw disgenoot
Buigings-e:
Mooi of mooie disgenoot
Groot of grote disgenoot
Half of halve disgenoot
Grappig of grappige disgenoot
Leeg of lege disgenoot
leuk of leuke disgenoot
Vet of vette disgenoot
Snel of snelle disgenoot
Wit of witte disgenoot
Klein of kleine disgenoot
Rood of rode disgenoot
Dik of dikke disgenoot
Oud of oude disgenoot
Goed of goede disgenoot
Wat rijmt er op disgenoot
Elk of elke: Elke disgenoot
Aanwijzend voornaamwoord: Die disgenoot
Bezittelijk voornaamwoord: Onze disgenoot
Wat rijmt er op disgenoot
Buigings-e:
Mooi of mooie disgenoot
Groot of grote disgenoot
Half of halve disgenoot
Grappig of grappige disgenoot
Leeg of lege disgenoot
leuk of leuke disgenoot
Vet of vette disgenoot
Snel of snelle disgenoot
Wit of witte disgenoot
Klein of kleine disgenoot
Rood of rode disgenoot
Dik of dikke disgenoot
Oud of oude disgenoot
Goed of goede disgenoot
Wat rijmt er op disgenoot
Elk of elke: Elke disgenoot
Aanwijzend voornaamwoord: Die disgenoot
Bezittelijk voornaamwoord: Onze disgenoot
Wat rijmt er op disgenoot
Oefening van de dag



