De of het distributiegebied?
Het distributiegebied
Is het de of het distributiegebied
In de Nederlandse taal gebruiken wij het distributiegebied.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: distribution area
Deutsch: Verbreitungsgebiet | Bekijk of het der of die Verbreitungsgebiet is.
Français: aire de répartition | Bekijk of het Le o La aire de répartition is.
Jou of jouw: jouw distributiegebied
Buigings-e:
Mooi of mooie distributiegebied
Groot of grote distributiegebied
Half of halve distributiegebied
Grappig of grappige distributiegebied
Leeg of lege distributiegebied
leuk of leuke distributiegebied
Vet of vette distributiegebied
Snel of snelle distributiegebied
Wit of witte distributiegebied
Klein of kleine distributiegebied
Rood of rode distributiegebied
Dik of dikke distributiegebied
Oud of oude distributiegebied
Goed of goede distributiegebied
Wat rijmt er op distributiegebied
Elk of elke: Elk distributiegebied
Aanwijzend voornaamwoord: Dat distributiegebied
Bezittelijk voornaamwoord: Ons distributiegebied
Wat rijmt er op distributiegebied
Buigings-e:
Mooi of mooie distributiegebied
Groot of grote distributiegebied
Half of halve distributiegebied
Grappig of grappige distributiegebied
Leeg of lege distributiegebied
leuk of leuke distributiegebied
Vet of vette distributiegebied
Snel of snelle distributiegebied
Wit of witte distributiegebied
Klein of kleine distributiegebied
Rood of rode distributiegebied
Dik of dikke distributiegebied
Oud of oude distributiegebied
Goed of goede distributiegebied
Wat rijmt er op distributiegebied
Elk of elke: Elk distributiegebied
Aanwijzend voornaamwoord: Dat distributiegebied
Bezittelijk voornaamwoord: Ons distributiegebied
Wat rijmt er op distributiegebied
Oefening van de dag



