De of het dokteren?
Het dokteren
Is het de of het dokteren
In de Nederlandse taal gebruiken wij het dokteren.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: doctoring
Deutsch: Rakel | Bekijk of het der of die Rakel is.
Français: raclage | Bekijk of het Le o La raclage is.
Jou of jouw: jouw dokteren
Buigings-e:
Mooi of mooie dokteren
Groot of grote dokteren
Half of halve dokteren
Grappig of grappige dokteren
Leeg of lege dokteren
leuk of leuke dokteren
Vet of vette dokteren
Snel of snelle dokteren
Wit of witte dokteren
Klein of kleine dokteren
Rood of rode dokteren
Dik of dikke dokteren
Oud of oude dokteren
Goed of goede dokteren
Wat rijmt er op dokteren
Elk of elke: Elk dokteren
Aanwijzend voornaamwoord: Dat dokteren
Bezittelijk voornaamwoord: Ons dokteren
Wat rijmt er op dokteren
verdokteren - uitdokteren -
Buigings-e:
Mooi of mooie dokteren
Groot of grote dokteren
Half of halve dokteren
Grappig of grappige dokteren
Leeg of lege dokteren
leuk of leuke dokteren
Vet of vette dokteren
Snel of snelle dokteren
Wit of witte dokteren
Klein of kleine dokteren
Rood of rode dokteren
Dik of dikke dokteren
Oud of oude dokteren
Goed of goede dokteren
Wat rijmt er op dokteren
Elk of elke: Elk dokteren
Aanwijzend voornaamwoord: Dat dokteren
Bezittelijk voornaamwoord: Ons dokteren
Wat rijmt er op dokteren
verdokteren - uitdokteren -
Oefening van de dag



