De of het ecotoerisme?
Het ecotoerisme
Is het de of het ecotoerisme
In de Nederlandse taal gebruiken wij het ecotoerisme.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: ecotourism
Deutsch: Ökotourismus | Bekijk of het der of die Ökotourismus is.
Français: écotourisme | Bekijk of het Le o La écotourisme is.
Jou of jouw: jouw ecotoerisme
Buigings-e:
Mooi of mooie ecotoerisme
Groot of grote ecotoerisme
Half of halve ecotoerisme
Grappig of grappige ecotoerisme
Leeg of lege ecotoerisme
leuk of leuke ecotoerisme
Vet of vette ecotoerisme
Snel of snelle ecotoerisme
Wit of witte ecotoerisme
Klein of kleine ecotoerisme
Rood of rode ecotoerisme
Dik of dikke ecotoerisme
Oud of oude ecotoerisme
Goed of goede ecotoerisme
Wat rijmt er op ecotoerisme
Elk of elke: Elk ecotoerisme
Aanwijzend voornaamwoord: Dat ecotoerisme
Bezittelijk voornaamwoord: Ons ecotoerisme
Wat rijmt er op ecotoerisme
Buigings-e:
Mooi of mooie ecotoerisme
Groot of grote ecotoerisme
Half of halve ecotoerisme
Grappig of grappige ecotoerisme
Leeg of lege ecotoerisme
leuk of leuke ecotoerisme
Vet of vette ecotoerisme
Snel of snelle ecotoerisme
Wit of witte ecotoerisme
Klein of kleine ecotoerisme
Rood of rode ecotoerisme
Dik of dikke ecotoerisme
Oud of oude ecotoerisme
Goed of goede ecotoerisme
Wat rijmt er op ecotoerisme
Elk of elke: Elk ecotoerisme
Aanwijzend voornaamwoord: Dat ecotoerisme
Bezittelijk voornaamwoord: Ons ecotoerisme
Wat rijmt er op ecotoerisme
Oefening van de dag



