De of het fourneren?
Het fourneren
Is het de of het fourneren
In de Nederlandse taal gebruiken wij het fourneren.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: four honor
Deutsch: liefern | Bekijk of het der of die liefern is.
Français: fournir | Bekijk of het Le o La fournir is.
Jou of jouw: jouw fourneren
Buigings-e:
Mooi of mooie fourneren
Groot of grote fourneren
Half of halve fourneren
Grappig of grappige fourneren
Leeg of lege fourneren
leuk of leuke fourneren
Vet of vette fourneren
Snel of snelle fourneren
Wit of witte fourneren
Klein of kleine fourneren
Rood of rode fourneren
Dik of dikke fourneren
Oud of oude fourneren
Goed of goede fourneren
Wat rijmt er op fourneren
Elk of elke: Elk fourneren
Aanwijzend voornaamwoord: Dat fourneren
Bezittelijk voornaamwoord: Ons fourneren
Wat rijmt er op fourneren
Buigings-e:
Mooi of mooie fourneren
Groot of grote fourneren
Half of halve fourneren
Grappig of grappige fourneren
Leeg of lege fourneren
leuk of leuke fourneren
Vet of vette fourneren
Snel of snelle fourneren
Wit of witte fourneren
Klein of kleine fourneren
Rood of rode fourneren
Dik of dikke fourneren
Oud of oude fourneren
Goed of goede fourneren
Wat rijmt er op fourneren
Elk of elke: Elk fourneren
Aanwijzend voornaamwoord: Dat fourneren
Bezittelijk voornaamwoord: Ons fourneren
Wat rijmt er op fourneren
Oefening van de dag



