De of het geuren?
Het geuren
Is het de of het geuren
In de Nederlandse taal gebruiken wij het geuren.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: odors
Deutsch: Düfte | Bekijk of het der of die Düfte is.
Français: parfums | Bekijk of het Le o La parfums is.
Jou of jouw: jouw geuren
Buigings-e:
Mooi of mooie geuren
Groot of grote geuren
Half of halve geuren
Grappig of grappige geuren
Leeg of lege geuren
leuk of leuke geuren
Vet of vette geuren
Snel of snelle geuren
Wit of witte geuren
Klein of kleine geuren
Rood of rode geuren
Dik of dikke geuren
Oud of oude geuren
Goed of goede geuren
Wat rijmt er op geuren
Elk of elke: Elk geuren
Aanwijzend voornaamwoord: Dat geuren
Bezittelijk voornaamwoord: Ons geuren
Wat rijmt er op geuren
Buigings-e:
Mooi of mooie geuren
Groot of grote geuren
Half of halve geuren
Grappig of grappige geuren
Leeg of lege geuren
leuk of leuke geuren
Vet of vette geuren
Snel of snelle geuren
Wit of witte geuren
Klein of kleine geuren
Rood of rode geuren
Dik of dikke geuren
Oud of oude geuren
Goed of goede geuren
Wat rijmt er op geuren
Elk of elke: Elk geuren
Aanwijzend voornaamwoord: Dat geuren
Bezittelijk voornaamwoord: Ons geuren
Wat rijmt er op geuren
Oefening van de dag



