De of het inflatiedaling?
De inflatiedaling
Is het de of het inflatiedaling
In de Nederlandse taal gebruiken wij de inflatiedaling.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: fall in inflation
Deutsch: Rückgang der Inflation | Bekijk of het der of die Rückgang der Inflation is.
Français: baisse de l'inflation | Bekijk of het Le o La baisse de l'inflation is.
Jou of jouw: jouw inflatiedaling
Buigings-e:
Mooi of mooie inflatiedaling
Groot of grote inflatiedaling
Half of halve inflatiedaling
Grappig of grappige inflatiedaling
Leeg of lege inflatiedaling
leuk of leuke inflatiedaling
Vet of vette inflatiedaling
Snel of snelle inflatiedaling
Wit of witte inflatiedaling
Klein of kleine inflatiedaling
Rood of rode inflatiedaling
Dik of dikke inflatiedaling
Oud of oude inflatiedaling
Goed of goede inflatiedaling
Wat rijmt er op inflatiedaling
Elk of elke: Elke inflatiedaling
Aanwijzend voornaamwoord: Die inflatiedaling
Bezittelijk voornaamwoord: Onze inflatiedaling
Wat rijmt er op inflatiedaling
Buigings-e:
Mooi of mooie inflatiedaling
Groot of grote inflatiedaling
Half of halve inflatiedaling
Grappig of grappige inflatiedaling
Leeg of lege inflatiedaling
leuk of leuke inflatiedaling
Vet of vette inflatiedaling
Snel of snelle inflatiedaling
Wit of witte inflatiedaling
Klein of kleine inflatiedaling
Rood of rode inflatiedaling
Dik of dikke inflatiedaling
Oud of oude inflatiedaling
Goed of goede inflatiedaling
Wat rijmt er op inflatiedaling
Elk of elke: Elke inflatiedaling
Aanwijzend voornaamwoord: Die inflatiedaling
Bezittelijk voornaamwoord: Onze inflatiedaling
Wat rijmt er op inflatiedaling
Oefening van de dag



