De of het inkomstendaling?
De inkomstendaling
Is het de of het inkomstendaling
In de Nederlandse taal gebruiken wij de inkomstendaling.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: revenues decline
Deutsch: Umsatzrückgang | Bekijk of het der of die Umsatzrückgang is.
Français: perte de revenus | Bekijk of het Le o La perte de revenus is.
Jou of jouw: jouw inkomstendaling
Buigings-e:
Mooi of mooie inkomstendaling
Groot of grote inkomstendaling
Half of halve inkomstendaling
Grappig of grappige inkomstendaling
Leeg of lege inkomstendaling
leuk of leuke inkomstendaling
Vet of vette inkomstendaling
Snel of snelle inkomstendaling
Wit of witte inkomstendaling
Klein of kleine inkomstendaling
Rood of rode inkomstendaling
Dik of dikke inkomstendaling
Oud of oude inkomstendaling
Goed of goede inkomstendaling
Wat rijmt er op inkomstendaling
Elk of elke: Elke inkomstendaling
Aanwijzend voornaamwoord: Die inkomstendaling
Bezittelijk voornaamwoord: Onze inkomstendaling
Wat rijmt er op inkomstendaling
Buigings-e:
Mooi of mooie inkomstendaling
Groot of grote inkomstendaling
Half of halve inkomstendaling
Grappig of grappige inkomstendaling
Leeg of lege inkomstendaling
leuk of leuke inkomstendaling
Vet of vette inkomstendaling
Snel of snelle inkomstendaling
Wit of witte inkomstendaling
Klein of kleine inkomstendaling
Rood of rode inkomstendaling
Dik of dikke inkomstendaling
Oud of oude inkomstendaling
Goed of goede inkomstendaling
Wat rijmt er op inkomstendaling
Elk of elke: Elke inkomstendaling
Aanwijzend voornaamwoord: Die inkomstendaling
Bezittelijk voornaamwoord: Onze inkomstendaling
Wat rijmt er op inkomstendaling
Oefening van de dag



