De of het inpandgeving?
De inpandgeving
Is het de of het inpandgeving
In de Nederlandse taal gebruiken wij de inpandgeving.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: pledge
Deutsch: Versprechen | Bekijk of het der of die Versprechen is.
Français: gage | Bekijk of het Le o La gage is.
Jou of jouw: jouw inpandgeving
Buigings-e:
Mooi of mooie inpandgeving
Groot of grote inpandgeving
Half of halve inpandgeving
Grappig of grappige inpandgeving
Leeg of lege inpandgeving
leuk of leuke inpandgeving
Vet of vette inpandgeving
Snel of snelle inpandgeving
Wit of witte inpandgeving
Klein of kleine inpandgeving
Rood of rode inpandgeving
Dik of dikke inpandgeving
Oud of oude inpandgeving
Goed of goede inpandgeving
Wat rijmt er op inpandgeving
Elk of elke: Elke inpandgeving
Aanwijzend voornaamwoord: Die inpandgeving
Bezittelijk voornaamwoord: Onze inpandgeving
Wat rijmt er op inpandgeving
Buigings-e:
Mooi of mooie inpandgeving
Groot of grote inpandgeving
Half of halve inpandgeving
Grappig of grappige inpandgeving
Leeg of lege inpandgeving
leuk of leuke inpandgeving
Vet of vette inpandgeving
Snel of snelle inpandgeving
Wit of witte inpandgeving
Klein of kleine inpandgeving
Rood of rode inpandgeving
Dik of dikke inpandgeving
Oud of oude inpandgeving
Goed of goede inpandgeving
Wat rijmt er op inpandgeving
Elk of elke: Elke inpandgeving
Aanwijzend voornaamwoord: Die inpandgeving
Bezittelijk voornaamwoord: Onze inpandgeving
Wat rijmt er op inpandgeving
Oefening van de dag



