De of het lede?
De lede
Is het de of het lede
In de Nederlandse taal gebruiken wij de lede.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: party
Deutsch: Partei | Bekijk of het der of die Partei is.
Français: la fête | Bekijk of het Le o La la fête is.
Jou of jouw: jouw lede
Buigings-e:
Mooi of mooie lede
Groot of grote lede
Half of halve lede
Grappig of grappige lede
Leeg of lege lede
leuk of leuke lede
Vet of vette lede
Snel of snelle lede
Wit of witte lede
Klein of kleine lede
Rood of rode lede
Dik of dikke lede
Oud of oude lede
Goed of goede lede
Wat rijmt er op lede
Elk of elke: Elke lede
Aanwijzend voornaamwoord: Die lede
Bezittelijk voornaamwoord: Onze lede
Wat rijmt er op lede
ellede - onderdeeloverlede - inverdenkingstelede -
Buigings-e:
Mooi of mooie lede
Groot of grote lede
Half of halve lede
Grappig of grappige lede
Leeg of lege lede
leuk of leuke lede
Vet of vette lede
Snel of snelle lede
Wit of witte lede
Klein of kleine lede
Rood of rode lede
Dik of dikke lede
Oud of oude lede
Goed of goede lede
Wat rijmt er op lede
Elk of elke: Elke lede
Aanwijzend voornaamwoord: Die lede
Bezittelijk voornaamwoord: Onze lede
Wat rijmt er op lede
ellede - onderdeeloverlede - inverdenkingstelede -
Oefening van de dag



