De of het minderbedeelde?
De minderbedeelde
Is het de of het minderbedeelde
In de Nederlandse taal gebruiken wij de minderbedeelde.
Thanks!
Fout!
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: underprivileged
Deutsch: unterprivilegiert | Bekijk of het der of die unterprivilegiert is.
Français: déshérité | Bekijk of het Le o La déshérité is.
Jou of jouw: jouw minderbedeelde
Buigings-e:
Mooi of mooie minderbedeelde
Groot of grote minderbedeelde
Half of halve minderbedeelde
Grappig of grappige minderbedeelde
Leeg of lege minderbedeelde
leuk of leuke minderbedeelde
Vet of vette minderbedeelde
Snel of snelle minderbedeelde
Wit of witte minderbedeelde
Klein of kleine minderbedeelde
Rood of rode minderbedeelde
Dik of dikke minderbedeelde
Oud of oude minderbedeelde
Goed of goede minderbedeelde
Wat rijmt er op minderbedeelde
Elk of elke: Elke minderbedeelde
Aanwijzend voornaamwoord: Die minderbedeelde
Bezittelijk voornaamwoord: Onze minderbedeelde
Wat rijmt er op minderbedeelde
Buigings-e:
Mooi of mooie minderbedeelde
Groot of grote minderbedeelde
Half of halve minderbedeelde
Grappig of grappige minderbedeelde
Leeg of lege minderbedeelde
leuk of leuke minderbedeelde
Vet of vette minderbedeelde
Snel of snelle minderbedeelde
Wit of witte minderbedeelde
Klein of kleine minderbedeelde
Rood of rode minderbedeelde
Dik of dikke minderbedeelde
Oud of oude minderbedeelde
Goed of goede minderbedeelde
Wat rijmt er op minderbedeelde
Elk of elke: Elke minderbedeelde
Aanwijzend voornaamwoord: Die minderbedeelde
Bezittelijk voornaamwoord: Onze minderbedeelde
Wat rijmt er op minderbedeelde
Oefening van de dag
