De of het normalist?
De normalist
Is het de of het normalist
In de Nederlandse taal gebruiken wij de normalist.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: norma list
Deutsch: norma Liste | Bekijk of het der of die norma Liste is.
Français: liste norma | Bekijk of het Le o La liste norma is.
Jou of jouw: jouw normalist
Buigings-e:
Mooi of mooie normalist
Groot of grote normalist
Half of halve normalist
Grappig of grappige normalist
Leeg of lege normalist
leuk of leuke normalist
Vet of vette normalist
Snel of snelle normalist
Wit of witte normalist
Klein of kleine normalist
Rood of rode normalist
Dik of dikke normalist
Oud of oude normalist
Goed of goede normalist
Wat rijmt er op normalist
Elk of elke: Elke normalist
Aanwijzend voornaamwoord: Die normalist
Bezittelijk voornaamwoord: Onze normalist
Wat rijmt er op normalist
Buigings-e:
Mooi of mooie normalist
Groot of grote normalist
Half of halve normalist
Grappig of grappige normalist
Leeg of lege normalist
leuk of leuke normalist
Vet of vette normalist
Snel of snelle normalist
Wit of witte normalist
Klein of kleine normalist
Rood of rode normalist
Dik of dikke normalist
Oud of oude normalist
Goed of goede normalist
Wat rijmt er op normalist
Elk of elke: Elke normalist
Aanwijzend voornaamwoord: Die normalist
Bezittelijk voornaamwoord: Onze normalist
Wat rijmt er op normalist
Oefening van de dag



