De of het ontvangstdatum?

Het ontvangstdatum

Is het de of het ontvangstdatum

In de Nederlandse taal gebruiken wij het ontvangstdatum.

Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?

English: received date
Deutsch: Eingangsdatum | Bekijk of het der of die Eingangsdatum is.
Français: date de réception | Bekijk of het Le o La date de réception is.

Jou of jouw: jouw ontvangstdatum

Buigings-e:
Mooi of mooie ontvangstdatum
Groot of grote ontvangstdatum
Half of halve ontvangstdatum
Grappig of grappige ontvangstdatum
Leeg of lege ontvangstdatum
leuk of leuke ontvangstdatum
Vet of vette ontvangstdatum
Snel of snelle ontvangstdatum
Wit of witte ontvangstdatum
Klein of kleine ontvangstdatum
Rood of rode ontvangstdatum
Dik of dikke ontvangstdatum
Oud of oude ontvangstdatum
Goed of goede ontvangstdatum
Wat rijmt er op ontvangstdatum

Elk of elke: Elk ontvangstdatum
Aanwijzend voornaamwoord: Dat ontvangstdatum
Bezittelijk voornaamwoord: Ons ontvangstdatum
Wat rijmt er op ontvangstdatum

Oefening van de dag

Dagelijkse mail

De Nederlandse taal goed onder de knie krijgen? Oefen dan elke dag de lidwoorden. Wij sturen elke dag om 7.15 een e-mail met de link naar de oefening van de dag.

E-mail ontvangen

De of het memorie

Bekijk het spel

De muismat

Bekijk de muismat