De of het aanbesteden?
Het aanbesteden
Is het de of het aanbesteden
In de Nederlandse taal gebruiken wij het aanbesteden.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: invite tenders for
Deutsch: ausschreiben | Bekijk of het der of die ausschreiben is.
Français: inviter les appels d'offres pour | Bekijk of het Le o La inviter les appels d'offres pour is.
Jou of jouw: jouw aanbesteden
Buigings-e:
Mooi of mooie aanbesteden
Groot of grote aanbesteden
Half of halve aanbesteden
Grappig of grappige aanbesteden
Leeg of lege aanbesteden
leuk of leuke aanbesteden
Vet of vette aanbesteden
Snel of snelle aanbesteden
Wit of witte aanbesteden
Klein of kleine aanbesteden
Rood of rode aanbesteden
Dik of dikke aanbesteden
Oud of oude aanbesteden
Goed of goede aanbesteden
Wat rijmt er op aanbesteden
Elk of elke: Elk aanbesteden
Aanwijzend voornaamwoord: Dat aanbesteden
Bezittelijk voornaamwoord: Ons aanbesteden
Wat rijmt er op aanbesteden
Buigings-e:
Mooi of mooie aanbesteden
Groot of grote aanbesteden
Half of halve aanbesteden
Grappig of grappige aanbesteden
Leeg of lege aanbesteden
leuk of leuke aanbesteden
Vet of vette aanbesteden
Snel of snelle aanbesteden
Wit of witte aanbesteden
Klein of kleine aanbesteden
Rood of rode aanbesteden
Dik of dikke aanbesteden
Oud of oude aanbesteden
Goed of goede aanbesteden
Wat rijmt er op aanbesteden
Elk of elke: Elk aanbesteden
Aanwijzend voornaamwoord: Dat aanbesteden
Bezittelijk voornaamwoord: Ons aanbesteden
Wat rijmt er op aanbesteden
Oefening van de dag