De of het aanbieden?
Het aanbieden
Is het de of het aanbieden
In de Nederlandse taal gebruiken wij het aanbieden.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: offer
Deutsch: anbieten | Bekijk of het der of die anbieten is.
Français: offrir | Bekijk of het Le o La offrir is.
Jou of jouw: jouw aanbieden
Buigings-e:
Mooi of mooie aanbieden
Groot of grote aanbieden
Half of halve aanbieden
Grappig of grappige aanbieden
Leeg of lege aanbieden
leuk of leuke aanbieden
Vet of vette aanbieden
Snel of snelle aanbieden
Wit of witte aanbieden
Klein of kleine aanbieden
Rood of rode aanbieden
Dik of dikke aanbieden
Oud of oude aanbieden
Goed of goede aanbieden
Wat rijmt er op aanbieden
Elk of elke: Elk aanbieden
Aanwijzend voornaamwoord: Dat aanbieden
Bezittelijk voornaamwoord: Ons aanbieden
Wat rijmt er op aanbieden
Buigings-e:
Mooi of mooie aanbieden
Groot of grote aanbieden
Half of halve aanbieden
Grappig of grappige aanbieden
Leeg of lege aanbieden
leuk of leuke aanbieden
Vet of vette aanbieden
Snel of snelle aanbieden
Wit of witte aanbieden
Klein of kleine aanbieden
Rood of rode aanbieden
Dik of dikke aanbieden
Oud of oude aanbieden
Goed of goede aanbieden
Wat rijmt er op aanbieden
Elk of elke: Elk aanbieden
Aanwijzend voornaamwoord: Dat aanbieden
Bezittelijk voornaamwoord: Ons aanbieden
Wat rijmt er op aanbieden
Oefening van de dag