De of het aanbodcurve?
De aanbodcurve
Is het de of het aanbodcurve
In de Nederlandse taal gebruiken wij de aanbodcurve.
Thanks!
Fout!
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: supply curve
Deutsch: Angebotskurve | Bekijk of het der of die Angebotskurve is.
Français: courbe d'offre | Bekijk of het Le o La courbe d'offre is.
Jou of jouw: jouw aanbodcurve
Buigings-e:
Mooi of mooie aanbodcurve
Groot of grote aanbodcurve
Half of halve aanbodcurve
Grappig of grappige aanbodcurve
Leeg of lege aanbodcurve
leuk of leuke aanbodcurve
Vet of vette aanbodcurve
Snel of snelle aanbodcurve
Wit of witte aanbodcurve
Klein of kleine aanbodcurve
Rood of rode aanbodcurve
Dik of dikke aanbodcurve
Oud of oude aanbodcurve
Goed of goede aanbodcurve
Wat rijmt er op aanbodcurve
Elk of elke: Elke aanbodcurve
Aanwijzend voornaamwoord: Die aanbodcurve
Bezittelijk voornaamwoord: Onze aanbodcurve
Wat rijmt er op aanbodcurve
Buigings-e:
Mooi of mooie aanbodcurve
Groot of grote aanbodcurve
Half of halve aanbodcurve
Grappig of grappige aanbodcurve
Leeg of lege aanbodcurve
leuk of leuke aanbodcurve
Vet of vette aanbodcurve
Snel of snelle aanbodcurve
Wit of witte aanbodcurve
Klein of kleine aanbodcurve
Rood of rode aanbodcurve
Dik of dikke aanbodcurve
Oud of oude aanbodcurve
Goed of goede aanbodcurve
Wat rijmt er op aanbodcurve
Elk of elke: Elke aanbodcurve
Aanwijzend voornaamwoord: Die aanbodcurve
Bezittelijk voornaamwoord: Onze aanbodcurve
Wat rijmt er op aanbodcurve
Oefening van de dag
