De of het aanbodverhouding?
De aanbodverhouding
Is het de of het aanbodverhouding
In de Nederlandse taal gebruiken wij de aanbodverhouding.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: demand ratio
Deutsch: Nachfrage-Relation | Bekijk of het der of die Nachfrage-Relation is.
Français: rapport de la demande | Bekijk of het Le o La rapport de la demande is.
Jou of jouw: jouw aanbodverhouding
Buigings-e:
Mooi of mooie aanbodverhouding
Groot of grote aanbodverhouding
Half of halve aanbodverhouding
Grappig of grappige aanbodverhouding
Leeg of lege aanbodverhouding
leuk of leuke aanbodverhouding
Vet of vette aanbodverhouding
Snel of snelle aanbodverhouding
Wit of witte aanbodverhouding
Klein of kleine aanbodverhouding
Rood of rode aanbodverhouding
Dik of dikke aanbodverhouding
Oud of oude aanbodverhouding
Goed of goede aanbodverhouding
Wat rijmt er op aanbodverhouding
Elk of elke: Elke aanbodverhouding
Aanwijzend voornaamwoord: Die aanbodverhouding
Bezittelijk voornaamwoord: Onze aanbodverhouding
Wat rijmt er op aanbodverhouding
Buigings-e:
Mooi of mooie aanbodverhouding
Groot of grote aanbodverhouding
Half of halve aanbodverhouding
Grappig of grappige aanbodverhouding
Leeg of lege aanbodverhouding
leuk of leuke aanbodverhouding
Vet of vette aanbodverhouding
Snel of snelle aanbodverhouding
Wit of witte aanbodverhouding
Klein of kleine aanbodverhouding
Rood of rode aanbodverhouding
Dik of dikke aanbodverhouding
Oud of oude aanbodverhouding
Goed of goede aanbodverhouding
Wat rijmt er op aanbodverhouding
Elk of elke: Elke aanbodverhouding
Aanwijzend voornaamwoord: Die aanbodverhouding
Bezittelijk voornaamwoord: Onze aanbodverhouding
Wat rijmt er op aanbodverhouding
Oefening van de dag