De aangeefster
Is het de of het aangeefster
In de Nederlandse taal gebruiken wij de aangeefster.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: lodged a complaint
Deutsch: Beschwerde | Bekijk of het der of die Beschwerde is.
Français: a déposé une plainte | Bekijk of het Le o La a déposé une plainte is.
Jou of jouw: jouw aangeefster
Buigings-e:
Mooi of mooie aangeefster
Groot of grote aangeefster
Half of halve aangeefster
Grappig of grappige aangeefster
Leeg of lege aangeefster
leuk of leuke aangeefster
Vet of vette aangeefster
Snel of snelle aangeefster
Wit of witte aangeefster
Klein of kleine aangeefster
Rood of rode aangeefster
Dik of dikke aangeefster
Oud of oude aangeefster
Goed of goede aangeefster
Wat rijmt er op aangeefster
Elk of elke: Elke aangeefster
Aanwijzend voornaamwoord: Die aangeefster
Bezittelijk voornaamwoord: Onze aangeefster
Wat rijmt er op aangeefster
Oefening van de dag