De of het aanklacht?
De aanklacht
Is het de of het aanklacht
In de Nederlandse taal gebruiken wij de aanklacht.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: indictment
Deutsch: Anklage | Bekijk of het der of die Anklage is.
Français: acte d'accusation | Bekijk of het Le o La acte d'accusation is.
Jou of jouw: jouw aanklacht
Buigings-e:
Mooi of mooie aanklacht
Groot of grote aanklacht
Half of halve aanklacht
Grappig of grappige aanklacht
Leeg of lege aanklacht
leuk of leuke aanklacht
Vet of vette aanklacht
Snel of snelle aanklacht
Wit of witte aanklacht
Klein of kleine aanklacht
Rood of rode aanklacht
Dik of dikke aanklacht
Oud of oude aanklacht
Goed of goede aanklacht
Wat rijmt er op aanklacht
Elk of elke: Elke aanklacht
Aanwijzend voornaamwoord: Die aanklacht
Bezittelijk voornaamwoord: Onze aanklacht
Wat rijmt er op aanklacht
Buigings-e:
Mooi of mooie aanklacht
Groot of grote aanklacht
Half of halve aanklacht
Grappig of grappige aanklacht
Leeg of lege aanklacht
leuk of leuke aanklacht
Vet of vette aanklacht
Snel of snelle aanklacht
Wit of witte aanklacht
Klein of kleine aanklacht
Rood of rode aanklacht
Dik of dikke aanklacht
Oud of oude aanklacht
Goed of goede aanklacht
Wat rijmt er op aanklacht
Elk of elke: Elke aanklacht
Aanwijzend voornaamwoord: Die aanklacht
Bezittelijk voornaamwoord: Onze aanklacht
Wat rijmt er op aanklacht
Oefening van de dag