De of het aankoopdatum?
Het aankoopdatum
Is het de of het aankoopdatum
In de Nederlandse taal gebruiken wij het aankoopdatum.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: date of purchase
Deutsch: kaufdatum | Bekijk of het der of die kaufdatum is.
Français: la date d'achat | Bekijk of het Le o La la date d'achat is.
Jou of jouw: jouw aankoopdatum
Buigings-e:
Mooi of mooie aankoopdatum
Groot of grote aankoopdatum
Half of halve aankoopdatum
Grappig of grappige aankoopdatum
Leeg of lege aankoopdatum
leuk of leuke aankoopdatum
Vet of vette aankoopdatum
Snel of snelle aankoopdatum
Wit of witte aankoopdatum
Klein of kleine aankoopdatum
Rood of rode aankoopdatum
Dik of dikke aankoopdatum
Oud of oude aankoopdatum
Goed of goede aankoopdatum
Wat rijmt er op aankoopdatum
Elk of elke: Elk aankoopdatum
Aanwijzend voornaamwoord: Dat aankoopdatum
Bezittelijk voornaamwoord: Ons aankoopdatum
Wat rijmt er op aankoopdatum
Buigings-e:
Mooi of mooie aankoopdatum
Groot of grote aankoopdatum
Half of halve aankoopdatum
Grappig of grappige aankoopdatum
Leeg of lege aankoopdatum
leuk of leuke aankoopdatum
Vet of vette aankoopdatum
Snel of snelle aankoopdatum
Wit of witte aankoopdatum
Klein of kleine aankoopdatum
Rood of rode aankoopdatum
Dik of dikke aankoopdatum
Oud of oude aankoopdatum
Goed of goede aankoopdatum
Wat rijmt er op aankoopdatum
Elk of elke: Elk aankoopdatum
Aanwijzend voornaamwoord: Dat aankoopdatum
Bezittelijk voornaamwoord: Ons aankoopdatum
Wat rijmt er op aankoopdatum
Oefening van de dag