De of het aanrijtijd?
De aanrijtijd
Is het de of het aanrijtijd
In de Nederlandse taal gebruiken wij de aanrijtijd.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: response time
Deutsch: reaktionszeit | Bekijk of het der of die reaktionszeit is.
Français: temps de réponse | Bekijk of het Le o La temps de réponse is.
Jou of jouw: jouw aanrijtijd
Buigings-e:
Mooi of mooie aanrijtijd
Groot of grote aanrijtijd
Half of halve aanrijtijd
Grappig of grappige aanrijtijd
Leeg of lege aanrijtijd
leuk of leuke aanrijtijd
Vet of vette aanrijtijd
Snel of snelle aanrijtijd
Wit of witte aanrijtijd
Klein of kleine aanrijtijd
Rood of rode aanrijtijd
Dik of dikke aanrijtijd
Oud of oude aanrijtijd
Goed of goede aanrijtijd
Wat rijmt er op aanrijtijd
Elk of elke: Elke aanrijtijd
Aanwijzend voornaamwoord: Die aanrijtijd
Bezittelijk voornaamwoord: Onze aanrijtijd
Wat rijmt er op aanrijtijd
Buigings-e:
Mooi of mooie aanrijtijd
Groot of grote aanrijtijd
Half of halve aanrijtijd
Grappig of grappige aanrijtijd
Leeg of lege aanrijtijd
leuk of leuke aanrijtijd
Vet of vette aanrijtijd
Snel of snelle aanrijtijd
Wit of witte aanrijtijd
Klein of kleine aanrijtijd
Rood of rode aanrijtijd
Dik of dikke aanrijtijd
Oud of oude aanrijtijd
Goed of goede aanrijtijd
Wat rijmt er op aanrijtijd
Elk of elke: Elke aanrijtijd
Aanwijzend voornaamwoord: Die aanrijtijd
Bezittelijk voornaamwoord: Onze aanrijtijd
Wat rijmt er op aanrijtijd
Oefening van de dag