De of het aansnijding?
De aansnijding
Is het de of het aansnijding
In de Nederlandse taal gebruiken wij de aansnijding.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: chamfer
Deutsch: Fase | Bekijk of het der of die Fase is.
Français: chanfrein | Bekijk of het Le o La chanfrein is.
Jou of jouw: jouw aansnijding
Buigings-e:
Mooi of mooie aansnijding
Groot of grote aansnijding
Half of halve aansnijding
Grappig of grappige aansnijding
Leeg of lege aansnijding
leuk of leuke aansnijding
Vet of vette aansnijding
Snel of snelle aansnijding
Wit of witte aansnijding
Klein of kleine aansnijding
Rood of rode aansnijding
Dik of dikke aansnijding
Oud of oude aansnijding
Goed of goede aansnijding
Wat rijmt er op aansnijding
Elk of elke: Elke aansnijding
Aanwijzend voornaamwoord: Die aansnijding
Bezittelijk voornaamwoord: Onze aansnijding
Wat rijmt er op aansnijding
Buigings-e:
Mooi of mooie aansnijding
Groot of grote aansnijding
Half of halve aansnijding
Grappig of grappige aansnijding
Leeg of lege aansnijding
leuk of leuke aansnijding
Vet of vette aansnijding
Snel of snelle aansnijding
Wit of witte aansnijding
Klein of kleine aansnijding
Rood of rode aansnijding
Dik of dikke aansnijding
Oud of oude aansnijding
Goed of goede aansnijding
Wat rijmt er op aansnijding
Elk of elke: Elke aansnijding
Aanwijzend voornaamwoord: Die aansnijding
Bezittelijk voornaamwoord: Onze aansnijding
Wat rijmt er op aansnijding
Oefening van de dag