De of het aanspreektitel?
De aanspreektitel
Is het de of het aanspreektitel
In de Nederlandse taal gebruiken wij de aanspreektitel.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
Aanspreektitel is mannelijk
English: of address
Deutsch: Gruß | Bekijk of het der of die Gruß is.
Français: Salutation | Bekijk of het Le o La Salutation is.
Jou of jouw: jouw aanspreektitel
Buigings-e:
Mooi of mooie aanspreektitel
Groot of grote aanspreektitel
Half of halve aanspreektitel
Grappig of grappige aanspreektitel
Leeg of lege aanspreektitel
leuk of leuke aanspreektitel
Vet of vette aanspreektitel
Snel of snelle aanspreektitel
Wit of witte aanspreektitel
Klein of kleine aanspreektitel
Rood of rode aanspreektitel
Dik of dikke aanspreektitel
Oud of oude aanspreektitel
Goed of goede aanspreektitel
Wat rijmt er op aanspreektitel
Elk of elke: Elke aanspreektitel
Aanwijzend voornaamwoord: Die aanspreektitel
Bezittelijk voornaamwoord: Onze aanspreektitel
Wat rijmt er op aanspreektitel
Buigings-e:
Mooi of mooie aanspreektitel
Groot of grote aanspreektitel
Half of halve aanspreektitel
Grappig of grappige aanspreektitel
Leeg of lege aanspreektitel
leuk of leuke aanspreektitel
Vet of vette aanspreektitel
Snel of snelle aanspreektitel
Wit of witte aanspreektitel
Klein of kleine aanspreektitel
Rood of rode aanspreektitel
Dik of dikke aanspreektitel
Oud of oude aanspreektitel
Goed of goede aanspreektitel
Wat rijmt er op aanspreektitel
Elk of elke: Elke aanspreektitel
Aanwijzend voornaamwoord: Die aanspreektitel
Bezittelijk voornaamwoord: Onze aanspreektitel
Wat rijmt er op aanspreektitel
Oefening van de dag