De of het aantonen?
Het aantonen
Is het de of het aantonen
In de Nederlandse taal gebruiken wij het aantonen.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: demonstrate
Deutsch: zeigen | Bekijk of het der of die zeigen is.
Français: démontrer | Bekijk of het Le o La démontrer is.
Jou of jouw: jouw aantonen
Buigings-e:
Mooi of mooie aantonen
Groot of grote aantonen
Half of halve aantonen
Grappig of grappige aantonen
Leeg of lege aantonen
leuk of leuke aantonen
Vet of vette aantonen
Snel of snelle aantonen
Wit of witte aantonen
Klein of kleine aantonen
Rood of rode aantonen
Dik of dikke aantonen
Oud of oude aantonen
Goed of goede aantonen
Wat rijmt er op aantonen
Elk of elke: Elk aantonen
Aanwijzend voornaamwoord: Dat aantonen
Bezittelijk voornaamwoord: Ons aantonen
Wat rijmt er op aantonen
Buigings-e:
Mooi of mooie aantonen
Groot of grote aantonen
Half of halve aantonen
Grappig of grappige aantonen
Leeg of lege aantonen
leuk of leuke aantonen
Vet of vette aantonen
Snel of snelle aantonen
Wit of witte aantonen
Klein of kleine aantonen
Rood of rode aantonen
Dik of dikke aantonen
Oud of oude aantonen
Goed of goede aantonen
Wat rijmt er op aantonen
Elk of elke: Elk aantonen
Aanwijzend voornaamwoord: Dat aantonen
Bezittelijk voornaamwoord: Ons aantonen
Wat rijmt er op aantonen
Oefening van de dag