De of het aanvangsdatum?
Het aanvangsdatum
Is het de of het aanvangsdatum
In de Nederlandse taal gebruiken wij het aanvangsdatum.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: start date
Deutsch: anfangsdatum | Bekijk of het der of die anfangsdatum is.
Français: date de début | Bekijk of het Le o La date de début is.
Jou of jouw: jouw aanvangsdatum
Buigings-e:
Mooi of mooie aanvangsdatum
Groot of grote aanvangsdatum
Half of halve aanvangsdatum
Grappig of grappige aanvangsdatum
Leeg of lege aanvangsdatum
leuk of leuke aanvangsdatum
Vet of vette aanvangsdatum
Snel of snelle aanvangsdatum
Wit of witte aanvangsdatum
Klein of kleine aanvangsdatum
Rood of rode aanvangsdatum
Dik of dikke aanvangsdatum
Oud of oude aanvangsdatum
Goed of goede aanvangsdatum
Wat rijmt er op aanvangsdatum
Elk of elke: Elk aanvangsdatum
Aanwijzend voornaamwoord: Dat aanvangsdatum
Bezittelijk voornaamwoord: Ons aanvangsdatum
Wat rijmt er op aanvangsdatum
Buigings-e:
Mooi of mooie aanvangsdatum
Groot of grote aanvangsdatum
Half of halve aanvangsdatum
Grappig of grappige aanvangsdatum
Leeg of lege aanvangsdatum
leuk of leuke aanvangsdatum
Vet of vette aanvangsdatum
Snel of snelle aanvangsdatum
Wit of witte aanvangsdatum
Klein of kleine aanvangsdatum
Rood of rode aanvangsdatum
Dik of dikke aanvangsdatum
Oud of oude aanvangsdatum
Goed of goede aanvangsdatum
Wat rijmt er op aanvangsdatum
Elk of elke: Elk aanvangsdatum
Aanwijzend voornaamwoord: Dat aanvangsdatum
Bezittelijk voornaamwoord: Ons aanvangsdatum
Wat rijmt er op aanvangsdatum
Oefening van de dag