De of het aanvankelijk?
Het aanvankelijk
Is het de of het aanvankelijk
In de Nederlandse taal gebruiken wij het aanvankelijk.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: initial
Deutsch: Anfangs- | Bekijk of het der of die Anfangs- is.
Français: initiale | Bekijk of het Le o La initiale is.
Jou of jouw: jouw aanvankelijk
Buigings-e:
Mooi of mooie aanvankelijk
Groot of grote aanvankelijk
Half of halve aanvankelijk
Grappig of grappige aanvankelijk
Leeg of lege aanvankelijk
leuk of leuke aanvankelijk
Vet of vette aanvankelijk
Snel of snelle aanvankelijk
Wit of witte aanvankelijk
Klein of kleine aanvankelijk
Rood of rode aanvankelijk
Dik of dikke aanvankelijk
Oud of oude aanvankelijk
Goed of goede aanvankelijk
Wat rijmt er op aanvankelijk
Elk of elke: Elk aanvankelijk
Aanwijzend voornaamwoord: Dat aanvankelijk
Bezittelijk voornaamwoord: Ons aanvankelijk
Wat rijmt er op aanvankelijk
Buigings-e:
Mooi of mooie aanvankelijk
Groot of grote aanvankelijk
Half of halve aanvankelijk
Grappig of grappige aanvankelijk
Leeg of lege aanvankelijk
leuk of leuke aanvankelijk
Vet of vette aanvankelijk
Snel of snelle aanvankelijk
Wit of witte aanvankelijk
Klein of kleine aanvankelijk
Rood of rode aanvankelijk
Dik of dikke aanvankelijk
Oud of oude aanvankelijk
Goed of goede aanvankelijk
Wat rijmt er op aanvankelijk
Elk of elke: Elk aanvankelijk
Aanwijzend voornaamwoord: Dat aanvankelijk
Bezittelijk voornaamwoord: Ons aanvankelijk
Wat rijmt er op aanvankelijk
Oefening van de dag