De of het aanvechten?
Het aanvechten
Is het de of het aanvechten
In de Nederlandse taal gebruiken wij het aanvechten.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: assail
Deutsch: Wettbewerb | Bekijk of het der of die Wettbewerb is.
Français: concours | Bekijk of het Le o La concours is.
Jou of jouw: jouw aanvechten
Buigings-e:
Mooi of mooie aanvechten
Groot of grote aanvechten
Half of halve aanvechten
Grappig of grappige aanvechten
Leeg of lege aanvechten
leuk of leuke aanvechten
Vet of vette aanvechten
Snel of snelle aanvechten
Wit of witte aanvechten
Klein of kleine aanvechten
Rood of rode aanvechten
Dik of dikke aanvechten
Oud of oude aanvechten
Goed of goede aanvechten
Wat rijmt er op aanvechten
Elk of elke: Elk aanvechten
Aanwijzend voornaamwoord: Dat aanvechten
Bezittelijk voornaamwoord: Ons aanvechten
Wat rijmt er op aanvechten
Buigings-e:
Mooi of mooie aanvechten
Groot of grote aanvechten
Half of halve aanvechten
Grappig of grappige aanvechten
Leeg of lege aanvechten
leuk of leuke aanvechten
Vet of vette aanvechten
Snel of snelle aanvechten
Wit of witte aanvechten
Klein of kleine aanvechten
Rood of rode aanvechten
Dik of dikke aanvechten
Oud of oude aanvechten
Goed of goede aanvechten
Wat rijmt er op aanvechten
Elk of elke: Elk aanvechten
Aanwijzend voornaamwoord: Dat aanvechten
Bezittelijk voornaamwoord: Ons aanvechten
Wat rijmt er op aanvechten
Oefening van de dag