De of het aanvulsel?
Het aanvulsel
Is het de of het aanvulsel
In de Nederlandse taal gebruiken wij het aanvulsel.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: padding
Deutsch: Polsterung | Bekijk of het der of die Polsterung is.
Français: rembourrage | Bekijk of het Le o La rembourrage is.
Jou of jouw: jouw aanvulsel
Buigings-e:
Mooi of mooie aanvulsel
Groot of grote aanvulsel
Half of halve aanvulsel
Grappig of grappige aanvulsel
Leeg of lege aanvulsel
leuk of leuke aanvulsel
Vet of vette aanvulsel
Snel of snelle aanvulsel
Wit of witte aanvulsel
Klein of kleine aanvulsel
Rood of rode aanvulsel
Dik of dikke aanvulsel
Oud of oude aanvulsel
Goed of goede aanvulsel
Wat rijmt er op aanvulsel
Elk of elke: Elk aanvulsel
Aanwijzend voornaamwoord: Dat aanvulsel
Bezittelijk voornaamwoord: Ons aanvulsel
Wat rijmt er op aanvulsel
Buigings-e:
Mooi of mooie aanvulsel
Groot of grote aanvulsel
Half of halve aanvulsel
Grappig of grappige aanvulsel
Leeg of lege aanvulsel
leuk of leuke aanvulsel
Vet of vette aanvulsel
Snel of snelle aanvulsel
Wit of witte aanvulsel
Klein of kleine aanvulsel
Rood of rode aanvulsel
Dik of dikke aanvulsel
Oud of oude aanvulsel
Goed of goede aanvulsel
Wat rijmt er op aanvulsel
Elk of elke: Elk aanvulsel
Aanwijzend voornaamwoord: Dat aanvulsel
Bezittelijk voornaamwoord: Ons aanvulsel
Wat rijmt er op aanvulsel
Oefening van de dag