De adventist
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: Adventist
Deutsch: Adventist | Bekijk of het der of die Adventist is.
Français: Adventiste | Bekijk of het Le o La Adventiste is.
Jou of jouw: jouw adventist
Buigings-e:
Mooi of mooie adventist
Groot of grote adventist
Half of halve adventist
Grappig of grappige adventist
Leeg of lege adventist
leuk of leuke adventist
Vet of vette adventist
Snel of snelle adventist
Wit of witte adventist
Klein of kleine adventist
Rood of rode adventist
Dik of dikke adventist
Oud of oude adventist
Goed of goede adventist
Wat rijmt er op adventist
Elk of elke: Elke adventist
Aanwijzend voornaamwoord: Die adventist
Bezittelijk voornaamwoord: Onze adventist
Wat rijmt er op adventist
Oefening van de dag