De adventstijd
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: Advent
Deutsch: Advent | Bekijk of het der of die Advent is.
Français: Avent | Bekijk of het Le o La Avent is.
Jou of jouw: jouw adventstijd
Buigings-e:
Mooi of mooie adventstijd
Groot of grote adventstijd
Half of halve adventstijd
Grappig of grappige adventstijd
Leeg of lege adventstijd
leuk of leuke adventstijd
Vet of vette adventstijd
Snel of snelle adventstijd
Wit of witte adventstijd
Klein of kleine adventstijd
Rood of rode adventstijd
Dik of dikke adventstijd
Oud of oude adventstijd
Goed of goede adventstijd
Wat rijmt er op adventstijd
Elk of elke: Elke adventstijd
Aanwijzend voornaamwoord: Die adventstijd
Bezittelijk voornaamwoord: Onze adventstijd
Wat rijmt er op adventstijd
Oefening van de dag