De of het afleveringsproces?
Het afleveringsproces
Is het de of het afleveringsproces
In de Nederlandse taal gebruiken wij het afleveringsproces.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: delivery process
Jou of jouw: jouw afleveringsproces
Buigings-e:
Mooi of mooie afleveringsproces
Groot of grote afleveringsproces
Half of halve afleveringsproces
Grappig of grappige afleveringsproces
Leeg of lege afleveringsproces
leuk of leuke afleveringsproces
Vet of vette afleveringsproces
Snel of snelle afleveringsproces
Wit of witte afleveringsproces
Klein of kleine afleveringsproces
Rood of rode afleveringsproces
Dik of dikke afleveringsproces
Oud of oude afleveringsproces
Goed of goede afleveringsproces
Wat rijmt er op afleveringsproces
Elk of elke: Elk afleveringsproces
Aanwijzend voornaamwoord: Dat afleveringsproces
Bezittelijk voornaamwoord: Ons afleveringsproces
Wat rijmt er op afleveringsproces
Buigings-e:
Mooi of mooie afleveringsproces
Groot of grote afleveringsproces
Half of halve afleveringsproces
Grappig of grappige afleveringsproces
Leeg of lege afleveringsproces
leuk of leuke afleveringsproces
Vet of vette afleveringsproces
Snel of snelle afleveringsproces
Wit of witte afleveringsproces
Klein of kleine afleveringsproces
Rood of rode afleveringsproces
Dik of dikke afleveringsproces
Oud of oude afleveringsproces
Goed of goede afleveringsproces
Wat rijmt er op afleveringsproces
Elk of elke: Elk afleveringsproces
Aanwijzend voornaamwoord: Dat afleveringsproces
Bezittelijk voornaamwoord: Ons afleveringsproces
Wat rijmt er op afleveringsproces
Oefening van de dag