De of het aflossingsplan?
Het aflossingsplan
Is het de of het aflossingsplan
In de Nederlandse taal gebruiken wij het aflossingsplan.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: repayment plan
Jou of jouw: jouw aflossingsplan
Buigings-e:
Mooi of mooie aflossingsplan
Groot of grote aflossingsplan
Half of halve aflossingsplan
Grappig of grappige aflossingsplan
Leeg of lege aflossingsplan
leuk of leuke aflossingsplan
Vet of vette aflossingsplan
Snel of snelle aflossingsplan
Wit of witte aflossingsplan
Klein of kleine aflossingsplan
Rood of rode aflossingsplan
Dik of dikke aflossingsplan
Oud of oude aflossingsplan
Goed of goede aflossingsplan
Wat rijmt er op aflossingsplan
Elk of elke: Elk aflossingsplan
Aanwijzend voornaamwoord: Dat aflossingsplan
Bezittelijk voornaamwoord: Ons aflossingsplan
Wat rijmt er op aflossingsplan
Buigings-e:
Mooi of mooie aflossingsplan
Groot of grote aflossingsplan
Half of halve aflossingsplan
Grappig of grappige aflossingsplan
Leeg of lege aflossingsplan
leuk of leuke aflossingsplan
Vet of vette aflossingsplan
Snel of snelle aflossingsplan
Wit of witte aflossingsplan
Klein of kleine aflossingsplan
Rood of rode aflossingsplan
Dik of dikke aflossingsplan
Oud of oude aflossingsplan
Goed of goede aflossingsplan
Wat rijmt er op aflossingsplan
Elk of elke: Elk aflossingsplan
Aanwijzend voornaamwoord: Dat aflossingsplan
Bezittelijk voornaamwoord: Ons aflossingsplan
Wat rijmt er op aflossingsplan
Oefening van de dag