De of het bijbellezing?
De bijbellezing
Is het de of het bijbellezing
In de Nederlandse taal gebruiken wij de bijbellezing.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: Lection
Deutsch: Lection | Bekijk of het der of die Lection is.
Français: Lection | Bekijk of het Le o La Lection is.
Jou of jouw: jouw bijbellezing
Buigings-e:
Mooi of mooie bijbellezing
Groot of grote bijbellezing
Half of halve bijbellezing
Grappig of grappige bijbellezing
Leeg of lege bijbellezing
leuk of leuke bijbellezing
Vet of vette bijbellezing
Snel of snelle bijbellezing
Wit of witte bijbellezing
Klein of kleine bijbellezing
Rood of rode bijbellezing
Dik of dikke bijbellezing
Oud of oude bijbellezing
Goed of goede bijbellezing
Wat rijmt er op bijbellezing
Elk of elke: Elke bijbellezing
Aanwijzend voornaamwoord: Die bijbellezing
Bezittelijk voornaamwoord: Onze bijbellezing
Wat rijmt er op bijbellezing
Buigings-e:
Mooi of mooie bijbellezing
Groot of grote bijbellezing
Half of halve bijbellezing
Grappig of grappige bijbellezing
Leeg of lege bijbellezing
leuk of leuke bijbellezing
Vet of vette bijbellezing
Snel of snelle bijbellezing
Wit of witte bijbellezing
Klein of kleine bijbellezing
Rood of rode bijbellezing
Dik of dikke bijbellezing
Oud of oude bijbellezing
Goed of goede bijbellezing
Wat rijmt er op bijbellezing
Elk of elke: Elke bijbellezing
Aanwijzend voornaamwoord: Die bijbellezing
Bezittelijk voornaamwoord: Onze bijbellezing
Wat rijmt er op bijbellezing
Oefening van de dag