De of het casten?
Het casten
Is het de of het casten
In de Nederlandse taal gebruiken wij het casten.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: casting
Deutsch: Guss | Bekijk of het der of die Guss is.
Français: coulage | Bekijk of het Le o La coulage is.
Jou of jouw: jouw casten
Buigings-e:
Mooi of mooie casten
Groot of grote casten
Half of halve casten
Grappig of grappige casten
Leeg of lege casten
leuk of leuke casten
Vet of vette casten
Snel of snelle casten
Wit of witte casten
Klein of kleine casten
Rood of rode casten
Dik of dikke casten
Oud of oude casten
Goed of goede casten
Wat rijmt er op casten
Elk of elke: Elk casten
Aanwijzend voornaamwoord: Dat casten
Bezittelijk voornaamwoord: Ons casten
Wat rijmt er op casten
typecasten -
Buigings-e:
Mooi of mooie casten
Groot of grote casten
Half of halve casten
Grappig of grappige casten
Leeg of lege casten
leuk of leuke casten
Vet of vette casten
Snel of snelle casten
Wit of witte casten
Klein of kleine casten
Rood of rode casten
Dik of dikke casten
Oud of oude casten
Goed of goede casten
Wat rijmt er op casten
Elk of elke: Elk casten
Aanwijzend voornaamwoord: Dat casten
Bezittelijk voornaamwoord: Ons casten
Wat rijmt er op casten
typecasten -
Oefening van de dag