De of het catalogus?
De catalogus
Is het de of het catalogus
In de Nederlandse taal gebruiken wij de catalogus.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
Catalogus is mannelijk
English: catalog
Deutsch: Katalog | Bekijk of het der of die Katalog is.
Français: catalogue | Bekijk of het Le o La catalogue is.
Jou of jouw: jouw catalogus
Buigings-e:
Mooi of mooie catalogus
Groot of grote catalogus
Half of halve catalogus
Grappig of grappige catalogus
Leeg of lege catalogus
leuk of leuke catalogus
Vet of vette catalogus
Snel of snelle catalogus
Wit of witte catalogus
Klein of kleine catalogus
Rood of rode catalogus
Dik of dikke catalogus
Oud of oude catalogus
Goed of goede catalogus
Wat rijmt er op catalogus
Elk of elke: Elke catalogus
Aanwijzend voornaamwoord: Die catalogus
Bezittelijk voornaamwoord: Onze catalogus
Wat rijmt er op catalogus
Buigings-e:
Mooi of mooie catalogus
Groot of grote catalogus
Half of halve catalogus
Grappig of grappige catalogus
Leeg of lege catalogus
leuk of leuke catalogus
Vet of vette catalogus
Snel of snelle catalogus
Wit of witte catalogus
Klein of kleine catalogus
Rood of rode catalogus
Dik of dikke catalogus
Oud of oude catalogus
Goed of goede catalogus
Wat rijmt er op catalogus
Elk of elke: Elke catalogus
Aanwijzend voornaamwoord: Die catalogus
Bezittelijk voornaamwoord: Onze catalogus
Wat rijmt er op catalogus
Oefening van de dag