De of het catalogusnummer?
Het catalogusnummer
Is het de of het catalogusnummer
In de Nederlandse taal gebruiken wij het catalogusnummer.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: catalog number
Deutsch: Bestellnummer | Bekijk of het der of die Bestellnummer is.
Français: numéro de catalogue | Bekijk of het Le o La numéro de catalogue is.
Jou of jouw: jouw catalogusnummer
Buigings-e:
Mooi of mooie catalogusnummer
Groot of grote catalogusnummer
Half of halve catalogusnummer
Grappig of grappige catalogusnummer
Leeg of lege catalogusnummer
leuk of leuke catalogusnummer
Vet of vette catalogusnummer
Snel of snelle catalogusnummer
Wit of witte catalogusnummer
Klein of kleine catalogusnummer
Rood of rode catalogusnummer
Dik of dikke catalogusnummer
Oud of oude catalogusnummer
Goed of goede catalogusnummer
Wat rijmt er op catalogusnummer
Elk of elke: Elk catalogusnummer
Aanwijzend voornaamwoord: Dat catalogusnummer
Bezittelijk voornaamwoord: Ons catalogusnummer
Wat rijmt er op catalogusnummer
Buigings-e:
Mooi of mooie catalogusnummer
Groot of grote catalogusnummer
Half of halve catalogusnummer
Grappig of grappige catalogusnummer
Leeg of lege catalogusnummer
leuk of leuke catalogusnummer
Vet of vette catalogusnummer
Snel of snelle catalogusnummer
Wit of witte catalogusnummer
Klein of kleine catalogusnummer
Rood of rode catalogusnummer
Dik of dikke catalogusnummer
Oud of oude catalogusnummer
Goed of goede catalogusnummer
Wat rijmt er op catalogusnummer
Elk of elke: Elk catalogusnummer
Aanwijzend voornaamwoord: Dat catalogusnummer
Bezittelijk voornaamwoord: Ons catalogusnummer
Wat rijmt er op catalogusnummer
Oefening van de dag