De of het celweefsel?
Het celweefsel
Is het de of het celweefsel
In de Nederlandse taal gebruiken wij het celweefsel.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: tissue
Deutsch: Zellgewebe | Bekijk of het der of die Zellgewebe is.
Français: tissu cellulaire | Bekijk of het Le o La tissu cellulaire is.
Jou of jouw: jouw celweefsel
Buigings-e:
Mooi of mooie celweefsel
Groot of grote celweefsel
Half of halve celweefsel
Grappig of grappige celweefsel
Leeg of lege celweefsel
leuk of leuke celweefsel
Vet of vette celweefsel
Snel of snelle celweefsel
Wit of witte celweefsel
Klein of kleine celweefsel
Rood of rode celweefsel
Dik of dikke celweefsel
Oud of oude celweefsel
Goed of goede celweefsel
Wat rijmt er op celweefsel
Elk of elke: Elk celweefsel
Aanwijzend voornaamwoord: Dat celweefsel
Bezittelijk voornaamwoord: Ons celweefsel
Wat rijmt er op celweefsel
Buigings-e:
Mooi of mooie celweefsel
Groot of grote celweefsel
Half of halve celweefsel
Grappig of grappige celweefsel
Leeg of lege celweefsel
leuk of leuke celweefsel
Vet of vette celweefsel
Snel of snelle celweefsel
Wit of witte celweefsel
Klein of kleine celweefsel
Rood of rode celweefsel
Dik of dikke celweefsel
Oud of oude celweefsel
Goed of goede celweefsel
Wat rijmt er op celweefsel
Elk of elke: Elk celweefsel
Aanwijzend voornaamwoord: Dat celweefsel
Bezittelijk voornaamwoord: Ons celweefsel
Wat rijmt er op celweefsel
Oefening van de dag