De of het colablikje?
Het colablikje
Is het de of het colablikje
In de Nederlandse taal gebruiken wij het colablikje.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: Coke
Deutsch: Koks | Bekijk of het der of die Koks is.
Français: Du Coca | Bekijk of het Le o La Du Coca is.
Jou of jouw: jouw colablikje
Buigings-e:
Mooi of mooie colablikje
Groot of grote colablikje
Half of halve colablikje
Grappig of grappige colablikje
Leeg of lege colablikje
leuk of leuke colablikje
Vet of vette colablikje
Snel of snelle colablikje
Wit of witte colablikje
Klein of kleine colablikje
Rood of rode colablikje
Dik of dikke colablikje
Oud of oude colablikje
Goed of goede colablikje
Wat rijmt er op colablikje
Elk of elke: Elk colablikje
Aanwijzend voornaamwoord: Dat colablikje
Bezittelijk voornaamwoord: Ons colablikje
Wat rijmt er op colablikje
Buigings-e:
Mooi of mooie colablikje
Groot of grote colablikje
Half of halve colablikje
Grappig of grappige colablikje
Leeg of lege colablikje
leuk of leuke colablikje
Vet of vette colablikje
Snel of snelle colablikje
Wit of witte colablikje
Klein of kleine colablikje
Rood of rode colablikje
Dik of dikke colablikje
Oud of oude colablikje
Goed of goede colablikje
Wat rijmt er op colablikje
Elk of elke: Elk colablikje
Aanwijzend voornaamwoord: Dat colablikje
Bezittelijk voornaamwoord: Ons colablikje
Wat rijmt er op colablikje
Oefening van de dag