De of het collaboreren?
Het collaboreren
Is het de of het collaboreren
In de Nederlandse taal gebruiken wij het collaboreren.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: collaborate
Deutsch: zusammenarbeiten | Bekijk of het der of die zusammenarbeiten is.
Français: collaborer | Bekijk of het Le o La collaborer is.
Jou of jouw: jouw collaboreren
Buigings-e:
Mooi of mooie collaboreren
Groot of grote collaboreren
Half of halve collaboreren
Grappig of grappige collaboreren
Leeg of lege collaboreren
leuk of leuke collaboreren
Vet of vette collaboreren
Snel of snelle collaboreren
Wit of witte collaboreren
Klein of kleine collaboreren
Rood of rode collaboreren
Dik of dikke collaboreren
Oud of oude collaboreren
Goed of goede collaboreren
Wat rijmt er op collaboreren
Elk of elke: Elk collaboreren
Aanwijzend voornaamwoord: Dat collaboreren
Bezittelijk voornaamwoord: Ons collaboreren
Wat rijmt er op collaboreren
Buigings-e:
Mooi of mooie collaboreren
Groot of grote collaboreren
Half of halve collaboreren
Grappig of grappige collaboreren
Leeg of lege collaboreren
leuk of leuke collaboreren
Vet of vette collaboreren
Snel of snelle collaboreren
Wit of witte collaboreren
Klein of kleine collaboreren
Rood of rode collaboreren
Dik of dikke collaboreren
Oud of oude collaboreren
Goed of goede collaboreren
Wat rijmt er op collaboreren
Elk of elke: Elk collaboreren
Aanwijzend voornaamwoord: Dat collaboreren
Bezittelijk voornaamwoord: Ons collaboreren
Wat rijmt er op collaboreren
Oefening van de dag