De of het computeren?
Het computeren
Is het de of het computeren
In de Nederlandse taal gebruiken wij het computeren.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: computing
Deutsch: Rechnen | Bekijk of het der of die Rechnen is.
Français: informatique | Bekijk of het Le o La informatique is.
Jou of jouw: jouw computeren
Buigings-e:
Mooi of mooie computeren
Groot of grote computeren
Half of halve computeren
Grappig of grappige computeren
Leeg of lege computeren
leuk of leuke computeren
Vet of vette computeren
Snel of snelle computeren
Wit of witte computeren
Klein of kleine computeren
Rood of rode computeren
Dik of dikke computeren
Oud of oude computeren
Goed of goede computeren
Wat rijmt er op computeren
Elk of elke: Elk computeren
Aanwijzend voornaamwoord: Dat computeren
Bezittelijk voornaamwoord: Ons computeren
Wat rijmt er op computeren
Buigings-e:
Mooi of mooie computeren
Groot of grote computeren
Half of halve computeren
Grappig of grappige computeren
Leeg of lege computeren
leuk of leuke computeren
Vet of vette computeren
Snel of snelle computeren
Wit of witte computeren
Klein of kleine computeren
Rood of rode computeren
Dik of dikke computeren
Oud of oude computeren
Goed of goede computeren
Wat rijmt er op computeren
Elk of elke: Elk computeren
Aanwijzend voornaamwoord: Dat computeren
Bezittelijk voornaamwoord: Ons computeren
Wat rijmt er op computeren
Oefening van de dag