Het deconstrueren
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: deconstruct
Deutsch: Dekonstruktion | Bekijk of het der of die Dekonstruktion is.
Français: déconstruisant | Bekijk of het Le o La déconstruisant is.
Jou of jouw: jouw deconstrueren
Buigings-e:
Mooi of mooie deconstrueren
Groot of grote deconstrueren
Half of halve deconstrueren
Grappig of grappige deconstrueren
Leeg of lege deconstrueren
leuk of leuke deconstrueren
Vet of vette deconstrueren
Snel of snelle deconstrueren
Wit of witte deconstrueren
Klein of kleine deconstrueren
Rood of rode deconstrueren
Dik of dikke deconstrueren
Oud of oude deconstrueren
Goed of goede deconstrueren
Wat rijmt er op deconstrueren
Elk of elke: Elk deconstrueren
Aanwijzend voornaamwoord: Dat deconstrueren
Bezittelijk voornaamwoord: Ons deconstrueren
Wat rijmt er op deconstrueren
Oefening van de dag