De of het dekenij?
De dekenij
Is het de of het dekenij
In de Nederlandse taal gebruiken wij de dekenij.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: deanery
Deutsch: Dekanat | Bekijk of het der of die Dekanat is.
Français: doyenne | Bekijk of het Le o La doyenne is.
Jou of jouw: jouw dekenij
Buigings-e:
Mooi of mooie dekenij
Groot of grote dekenij
Half of halve dekenij
Grappig of grappige dekenij
Leeg of lege dekenij
leuk of leuke dekenij
Vet of vette dekenij
Snel of snelle dekenij
Wit of witte dekenij
Klein of kleine dekenij
Rood of rode dekenij
Dik of dikke dekenij
Oud of oude dekenij
Goed of goede dekenij
Wat rijmt er op dekenij
Elk of elke: Elke dekenij
Aanwijzend voornaamwoord: Die dekenij
Bezittelijk voornaamwoord: Onze dekenij
Wat rijmt er op dekenij
Buigings-e:
Mooi of mooie dekenij
Groot of grote dekenij
Half of halve dekenij
Grappig of grappige dekenij
Leeg of lege dekenij
leuk of leuke dekenij
Vet of vette dekenij
Snel of snelle dekenij
Wit of witte dekenij
Klein of kleine dekenij
Rood of rode dekenij
Dik of dikke dekenij
Oud of oude dekenij
Goed of goede dekenij
Wat rijmt er op dekenij
Elk of elke: Elke dekenij
Aanwijzend voornaamwoord: Die dekenij
Bezittelijk voornaamwoord: Onze dekenij
Wat rijmt er op dekenij
Oefening van de dag