Het doorlopen
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: run
Deutsch: Lauf | Bekijk of het der of die Lauf is.
Français: course | Bekijk of het Le o La course is.
Jou of jouw: jouw doorlopen
Buigings-e:
Mooi of mooie doorlopen
Groot of grote doorlopen
Half of halve doorlopen
Grappig of grappige doorlopen
Leeg of lege doorlopen
leuk of leuke doorlopen
Vet of vette doorlopen
Snel of snelle doorlopen
Wit of witte doorlopen
Klein of kleine doorlopen
Rood of rode doorlopen
Dik of dikke doorlopen
Oud of oude doorlopen
Goed of goede doorlopen
Wat rijmt er op doorlopen
Elk of elke: Elk doorlopen
Aanwijzend voornaamwoord: Dat doorlopen
Bezittelijk voornaamwoord: Ons doorlopen
Wat rijmt er op doorlopen
Oefening van de dag